vrijdag 21 juni 2013

RECENSIE | De Vergelding - Jan Brokken

De vergelding


Jan Brokken groeide op in Rhoon, een Zuid-Hollands dorp dat sinds de oorlog een geheim met zich meedraagt. Door sabotage vindt in 1944 een Duitse soldaat de dood. De vergelding van de moffen is verschrikkelijk: zeven mannen uit Rhoon worden geëxecuteerd, hun vrouwen en kinderen uit hun huis verdreven, have en goed in brand gestoken. Wie pleegde de aanslag op de Duitse soldaat? Waarom? Of was het toch een dom ongeluk met fatale gevolgen? Tot op de dag van vandaag maken de dorpsbewoners elkaar verwijten. In De vergelding reconstrueert Jan Brokken de gebeurtenissen aan de hand van duizenden pagina s processtukken, getuigenverhoren en 185 interviews met betrokkenen. Net als hij denkt te weten hoe het zit, krijgt het verhaal een compleet andere wending.

De Vergelding is eigenlijk een reconstructie van waargebeurde feiten, maar het zou de basis voor een oorlogsroman kunnen zijn. Alleen... dat is het niet. Het is een pak minder leesbaar dan een roman en het leek wel alsof ik nooit helemaal in het verhaal kwam. De personages bleven gewoon historische figuren zonder echt karakter te krijgen. Omdat het om een historisch verslag gaat, komen er ook heel veel namen in voor en dat verwarde me soms wel tijdens het lezen, waardoor ik vaak moest terugbladeren. Een overzicht van alle personen voor- of achteraan in het boek had ik handiger gevonden.

Dat dit boek en ik geen perfect match zijn, is volgens mij een kwestie van verwachtingen. Ik hou wel van historische verslagen en reconstructies, zoals Moord op een onderduiker van Henny Brandhorst. Maar dan weet ik op voorhand dat ik non-fictie lees en heb ik heel andere verwachtingen van een boek. Bij De Vergelding dacht ik een roman te gaan lezen en bleek het meer non-fictie te zijn. Heel boeiende non-fictie, dat wel, want Brokkens bevindingen in De Vergelding tonen nog maar eens aan dat in de oorlog niets alleen maar wit of zwart is, maar eerder grijs. Hij komt er tijdens zijn zoektocht naar de waarheid achter dat al betrokkenen een eigen versie van de feiten hebben.

Score:
«««

De Vergelding
Jan Brokken
ISBN 9789045022710
Aantal pagina's: 256
Uitgeverij: Atlas Contact (januari 2013)


Dit boek telt mee voor de Ik lees Nederlands! uitdaging.


12 opmerkingen:

  1. Ik dacht ook echt dat dit meer een roman was! Stiekem wel een beetje een afknapper dan...

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Zoals ik al zei: 't Is een kwestie van verwachtingen...

      Verwijderen
  2. Dit boek staat al enige tijd op mijn verlanglijstje! Juist het idee dat het om een werkelijk gebeurde geschiedenis gaat, spreekt me aan.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Klinkt erg als HhhH... ben nu helemaal benieuwd naar dit boek!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Die staat ook nog op mijn lijstje. Misschien is dat meer iets voor mij!

      Verwijderen
  4. Jammer dat je met de verkeerde verwachtingen dit boek begon te lezen. Ik vond het wel heel interessant, maar ik ben het met je eens dat er teveel personages zijn, dat maakte het niet altijd heel leesbaar.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Voor wie het boek 'De vergelding' gaat lezen als een itressante oorlogsgeschiedenies is het boek perfect. Het laat zich gemakkelijk lezen. Voor wie kennis heeft van zaken m.b.t. militair-technische zaken en gedetailleerde kennis van de bezetting is het slecht te lezen. Zo schrijft Brokken dat Friedrich Ernst Lange is begraven op Crooswijk en vier dagen later op de Duitse begraafplaats Ysselsteyn is herbegraven. Dit moet zijn dat Lange begraven is op het Duitse deel van van de algemene begraafplaats Crooswijk, het zgn 'Heldenfriedhof'. De herbegravingen begonnen pas in 1946 nadat de Nederlandse gravendienst in Ysselsteyn een begraafplaats had aangelegd. De eerste herbegravingen vonden plaats op 15 oktober 1946, de eerste was Uofzz. Johann Siegel. Daarnaast beschrijft Brokken Duitse rangen en verward die met Nederlandse rangen. In het geval van Schmidtz schrijft Brokken dat hij eerste luitenant was. Het Duitse leger kent/kende geen eerste en tweede luitenant, Schmitz was leutnant en geen oberleutnant. Ook bij Walther Lohs, volgens Brokken Walter Loos, schrijft Brokken dat hij Bootsman was en vergelijkt dit met een sergeant. Een rang die het Duitse leger ook niet kent/kende. In het geval van Matrose Lange vraagt Brokken zich af warom hij bij de landeskriegsmarine zit. Enkele pagina's daarna schrijft Brokken dat Lange af en toe een bril droeg. Daarin ligt het antwoord waarom hij niet bij de zgn. varende marine zat. Zeevarende mochten geen bril dragen. Brokken weet niet waar Walther Lohs is gebleven. Die is in Duitsland bij een Marineersatz Abteilung van het 113. Marineschutzenregiment. Wat ik veel kwalijker vindt is dat Brokken niet weet wie Kitty was zoals bedoeld in het krantenknipsel van Henk Huisman alias Wout Wagtman. Brokken kent twee vrouwen met de naam Kitty, en beide van de Rijsdijk. Huisman bedoelde hier Kitty Van Der Have, vermoord door een aantal verzetslieden ruim na de bevrijding van Rotterdam. Waarom Brokken pseudoniemen gebruikt is mij niet duidelijk, alle betrokkenen zijn overleden. Waarom de namen van de slachtoffers zijn gefingeerd is mij helemaal niet duidelijk, deze zijn overal op internet te vinden, ditzelfde geld voor de burgemeester van Rhoon. Helemaal vreemd komt het mij voor dat de van predikant O.W.C Van Willigen Van Der Veen is veranderd in De Vos van Marken. Brokken schrijft wel dat deze Ouwe Willem Carel heet en dat Ouwe deel uitmaakt van zijn voornamen, wat werkelijk zo is, dat is een vernoeming naar zijn grootvader. Ook beschrijft Brokken vervolgens dat deze predikant een tweetal biekjes heeft geschreven die voor een paar euro nog steeds te koop zijn op internet! een snelle zoekslag via Google en ieder weet zijn naam. Man en vrouw zijn in de jaren '60 al overleden, vanwaar deze kromme actie. Dat de dood van matrose Lange een aanslag moge duidelijk zijn. De aanslag was niet tegen hem persoonlijk gericht danwel tegen allen die na spertijd over de Rijsdijk liepen. Opmerkelijk en jammer is dat Brokken een aantal belangrijke dossiers heeft laten liggen die in de bevelslijn van de SiPo/SD wel relevant zijn. De aanslag is weldegelijk een gerichte geweest door een lid van het verzet maar dat geeft Brokken eigenlijk al aan.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Bedankt voor de verduidelijking! Ik ben zelf ook niet zo op de hoogte van de details van de bezetting, toch niet over de bezetting in die streek alleszins en zeker niet in die mate dat ik historische 'fouten' uit het boek kan halen. Moest me dat opgevallen zijn zou het me ook gestoord hebben.

      Verwijderen
  6. @ Annelies; Geen dank en ik heb er nog een paar die wezenlijk van belang zijn. Brokken schrijft achterin het boek dat slechts de namen zijn veranderd maar de feiten allemaal juist zijn. Ik twijfel er in hoge mate aan. Ik noem niet de juiste namen en zal me beperken tot de psuedoniemen van Brokken. Enkele feiten omtrent Dirkje Veth-De Ruijter, die voor de verhaalslijn belangrijk zijn. Brokken beweerd dat Dirkje overleden is in 1988 op 69-jarige leeftijd, dan is ze dus geboren in 1918 of 1919. Haar dochter Maartje/Magda was 11 jaar in 1944 volgens Brokken, zij is dan in 1932 of 1933 geboren. Als dit juist zou zijn is Dirkje bevallen op 14- of 15-jarige leeftijd. Volgens Brokken is de geestelijk/lichamelijke gehandicapte zoon Harm in de zomer van 1944 overleden te Noordwijk. In het verhaal volgens Brokken vroeg Dirkje in 1943 aan haar schoonmoeder om 'wat lekkers' voor haar kinderen waarbij haar schoonmoeder opmerkte dat Dirkje dat toch niet kon betalen. Bij Dirkje zou vervolgens 'wat geknapt' zijn. Dirkje kwam vervolgens via haar schoonzus bij de Luftwaffe terecht en haalde haar zoon Harm uit de Noordwijkse inrichting. Deze moest ze echter weer terugbrengen omdat de verzorging thuis niet vol te houden was. Tot zover krijgt de lezer een medelijwekkend verhaal en ook ik heb tot zover niets anders dan medelijden met Dirkje. Tot overmaat van ramp zou Harm overleden zijn in de zomer van 1944 in de Noordwijkse inrichting. Ik kan me alle treurnis goed voorstellen en begrijp de rare noodsprongen van Dirkje ten volle. Dan geeft Brokken het volgende zielige verhaal; de ouders van Dirkje konden haar ook niet helpen want vader De Ruijter was als koster in Pernis al gedoemd geweest twee baantjes erbij te nemen. De lezer kan hieruit concluderen dat deze mogelijk een groot gezin had en het niet breed had. HELAAS... Alle zielige en medelijwekkende verhalen ten spijt klopt er niets van en als bijkomend euvel, volgens Brokken, wist Dirkje waarschijnlijk niet dat haar man in Engeland zat.
    HOE HET WEL ZAT?
    Vader de Ruijter was samen met zijn vrouw woonachtig in Pernis en had geen inwonende kinderen meer, sterker nog, twee waren al overleden. Vader De Ruijter was in 1944 al ruim 11 jaar geen koster meer en ook geen begrafenisondernemer (is ie nooit geweest trouwens) en bedienaar was ie ook niet meer en al helemaal geen incasseerder voor de kerk. Vader De Ruijter was in 1944 al met pensioen. Dirkje is geboren in 1912 en was net 21 toen ze haar eerste kind kreeg. met het haastig trouwen viel het ook wel mee, ten tijden van haar trouwen was ze vier maanden zwanger. Zoon Harm speelt geen rol in de juiste geschiedschrijving want deze is in januari 1942 overleden. Dirkje wist dat haar man in Engeland zat, dit staat notabene aangetekend op de gezinskaart bij de uitgifte van de distributiestamkaarten in 1941. Sterker nog, zijn persoonskaart werd afgestuurd naar het Centraal Bevolkingsregister in Den Haag. Ik krijg steeds meer de indruk dat slechts de dood van Friedrich Ernst Lange en de represaille de enige juiste feiten zijn al heb ik het nog niet helemaal rond.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. In aanvulling op mijn berichten van 30 juli 2013 16:22 en 31 juli 2013 18:39 een wel zeer belangrijke ontdekking. Ook in dit verslag houdt ik mij aan de pseudoniemen van Brokken. Dacht ik in de eerste bevindingen nog dat Brokken door slechte kennis van zaken af en toe de plank missloeg, het werd al snel duidelijk dat hij de plank op andere punten ook missloeg. Ik vondt de bronvermelding al zeer beknopt waar het gaat om de strafdossiers, er blijken veel meer dossiers te zijn in de affaire. Nu blijkt dat Brokken zelf maar wat invullingen heeft gedaan. Op pagina 258, 8e druk, schrijft Brokken dat er een Rotterdamse vrouw bij Aleida De Regt aan de deur kwam en haar een kind in de armen duwde, een meisje. Dit speelde zich volgens Brokken af in 1944 en Aleida was juist zelf bevallen. Dit is alvast onjuist want dat was 1943. Volgens Brokken is de moeder van het kind nooit meer komen opdagen na de bevrijding en heeft Aleida in 1946 een verzoek ingediend om het kind te adopteren welke in datzelfde jaar werd gehonoreerd. Brokken maakt het nog bonter door te schrijven dat het kind in het gezin opgroeide als was het een eigen kind van Aleida de Regt en haar man. Notabene de in 1943 geboren zoon van Aleida de Regt heeft gereageerd op dit schrijfsel van Brokken en schrijft dat het kind, een joodse jongen was en geen meisje, na de bezetting door zijn moeder is opgehaald en dus nooit is geadopteerd. Volgens Brokken was er met de naar Canada verhuisde zus Sandrien geen contact. Dit werd eveneens door de zoon van Aleida ontrafeld in datzelfde schrijven want er was tot aan haar dood gewoon contact met alle familieleden, een tweede onjuistheid die door dezelfde zoon werd ontrafeld.


    (Bericht van de zoon van Aleida de Regt). en de zoon heeft zelf gereageerd op het boek. van een zou zich af s kind

    BeantwoordenVerwijderen
  8. In aanvulling op mijn voorgaande berichten het volgende; intussen heb ik achterhaald hoe het werkelijk zat met Gertie Bleekemolen-Wiessner. Geboren in Rotterdam evenals haar vader die inderdaad Dirk Leendert heet. Brokken schrijft dat de familie Wiessner eind 19e eeuw vanuit Duitsland in Nederland is gekomen. Klinkklare onzin, de man is in 1898 geboren in Rotterdam! Als Brokken onderzoek had gedaan dan had ie geweten dat de stamvader van de Nederlandse tak afkomstig was uit Soest-Westfalen en dat deze in 1769 geboren is en eind 1700 naar Nederland is gekomen en getrouwd is met een Nederlandse vrouw. Vreemd is het dus niet dat de dochters niets wisten van een Duitse afstamming, vreemd is het wel dat de bewoners in Rhoon en op het Sluisje (Rotterdam) een Duits accent bespeurde. Dat de vader van Gertie in oveleden in 1926 lijkt Brokken niet te weten alsook dat ie niet weet dat ie nooit aan de Gaesbeekstraat heeft gewoond. Zoals zo vaak in dit soort dorpen spelen roddel en achterklap, fantasie en geloofsovertuiging een grote rol in het zwartmaken of ophemelen van medeburgers, en leiden daardoor tot de meest waanzinnige sprookjes. Gertie Bleekemolen-Wiessner was net zo Duits als Engelse drop Engels is, niets dus. Als Brokken onderzoek had gedaan, dan had ie ook geweten dat een broer van Gertie is omgekomen als matroos van onze vaderlandse marine, op zee in 1942 voor de kust van Banyu Ned.Indië. Dit lijkt misschien een onbelangrijk detail maar in het kader van de collaboratie door Gertie wel relevant. Deze jonge dienstplichtig matroos was sinds 1942 vermist en pas in 1946 kreeg de familie bevestiging dat hij met vele anderen was omgekomen a/b van Hr.Ms. Prins van Oranje. Gertie vierde feest met de vijand terwijl haar broer was vermist door de handlangers van diezelfde vijand, n.l. de jappen. In 1946 werd haar broer overigens als ongeïdentificeerde begraven in een massagraf. Geert Mak gaf als recensie ‘Leest als een detective van de beste soort. En allemaal echt gebeurd!’ Met de eerste regel ben ik het eens, het is een spannend jongens boek. De tweede regel trek ik nu toch zeer in twijfel. Zoals geschreven, de aanslag op matrose Lange heeft plaatsgevonden evenals de fusillade daarop volgend. De rest lijkt steeds meer een verzinsel van dorpelingen en auteur. Nog meer bevindingen? De moeder van Gertie is in 1926 weduwe geworden en bijna een jaar later hertrouwd. Gertie woonde al vanaf januari 1927 op zichzelf in Rotterdam (op Zuid zoals de Rotterdammers zeggen) aan de Zuidhoek. Haar broers en zussen gingen met haar moeder bij de stiefvader wonen aan de noordkant van Rotterdam (Rotterdam-Noord). Het huwelijk van Gertie’s moeder werd in 1931 ontbonden en in 1934 hertrouwde zij weer, Gertie was toen al zes jaar getrouwd en woonachtig aan de Rijsdijk. Brokken schrijft dat Gertie Weisssner en Kees Bleekemolen elkaar hebben ontmoet in de bioscoop aan de Gaesbeekstraat maar dat is onmogelijk. Brokken doelt hier op bioscoop ‘De Harmonie’. Deze werd echter pas in 1931 gesticht door Cornelis van ’t Hoff en was voor die tijd een café met een feestzaal. Het lijken allemaal onbelangrijke details maar het geeft wel aan dat er geen onderzoek is gedaan door Brokken of dat ie zijn bevindingen heeft ingevuld naar ‘zijn’ waarheid. Ik heb nog negen pagina's met bevindingen die niet overeenkomen met datgene wat Brokken beweerd. Wordt vervolgd dus...

    BeantwoordenVerwijderen